Een komeet is eigenlijk een vuile sneeuwbal. Het gemiddelde diameter van  2 tot 15 kilometer. Ze brengen grotendeels van hun tijd ver van de zon door. Dan is de kern van ijs en stof en dan bevroren en weinig spectaculair. Pas als ze dichter bij de zon komen smelt het ijs en bloeit de komeet op. Rond de kern ontstaat een wolk van gas, de coma. Deze coma kan een diameter hebben van wel miljoenen kilometers! De zonnewind, een stroom van deeltjes die waait vanuit de zon, duwt een deel van het vrijgekomen gas en stof weg,  waardoor de komeet een staart krijgt.

Soms zijn er zelfs twee staarten te zien: een rechte, blauwige gasstaart, en een gebogen, witgele stofstaart. De gassen die door de komeet worden uitgestoten zijn elektrisch geladen en worden door de zonnewind meegenomen. Daarom is de gasstaart steeds recht van de zon weg gekeerd. De kromming van de stofstaart ontstaat doordat de vrijgekomen stofdeeltjes zelf op een baan om de zon gaan bewegen.

Maak jouw eigen website met JouwWeb